5 juli 2021
16 Maart 2020 was de eerste COVID-19 lockdown. Wat veel werkgevers en werknemers tot voor dit moment onmogelijk hielden gebeurde: we gingen massaal thuiswerken. Iedereen moest daaraan aan wennen. Door inspanningen van zowel werknemers als werkgevers is dat op grote schaal goed gelukt. Velen hebben inmiddels een prima thuiswerkplek, vaak door de werkgever gefaciliteerd. En met toegang tot al je bestanden en de systemen waar je mee werkt, is het thuiskantoor een feit geworden.
Waarschijnlijk zag iedereen ook wel de voordelen van thuiswerken. Reistijd die weg viel. Niet meer in een veel te drukke trein of in de file naar huis, om datzelfde de volgende dag weer te herhalen. De afwasmachine uitruimen, kan tussen 2 meetings door en op een lastige klus is het thuis in alle rust beter concentreren. Ook hebben we met het thuiswerken een behoorlijk stuk autonomie verworven. Meer dan op de werkplek, waar de leidinggevende misschien meer controle heeft.
Maar dat thuiswerken heeft zeker ook nadelen. Ook al werken we thuis over het algemeen net zo efficiënt en productief, de verbinding met collega’s en werkgever raken we wel meer kwijt. Datzelfde geldt voor de kruisbestuiving tijdens informele overleggen bij de lunch, het koffieapparaat of na afloop van een vergadering. Een groep voor wie het thuiswerken op de lange termijn nadelig(er) kan uitpakken, zijn jongeren tussen de 20 en 30 die beginnen aan hun loopbaan. Uit een onderzoek van Kilian Wawoe (zie hier voor meer informatie), onderzoeker aan de Vrije Universiteit, blijkt dat zij juist behoefte hebben aan offline contact. Een manier van samenwerken waarbij er veel meer ruimte is voor overdracht van kennis en het stellen van vragen. En jong of oud, de sociale contacten op de werkvloer zijn thuis, zelfs niet met alle digitale meetingrooms ten spijt, na te bootsen.
Het einde van de Corona-crisis en het vele thuiswerken lijkt in zicht te komen. En daarmee rijst de vraag: hoe gaan we nu verder? Gaan we weer massaal op de fiets, in de trein en auto naar het werk? Geven we het nieuw verworven stuk autonomie op? Of is er ruimte voor zowel werkgever als werknemer om een nieuwe vorm van werken te vinden die voor beide partijen goed werkt? Hoe organiseren we als HR na Corona dat het werk zo ingericht wordt dat het voor iedereen passend is? En het werk gedaan wordt door een club mensen die in vast of variabel verband, thuis - en op kantoor werkend, zich verbonden voelt met elkaar en met de organisatie? In de masterclass The Future of Work van Bart Götte gaan we dieper in op de consequenties en de duurzaamheid van onder andere thuiswerken. Corona heeft in vele opzichten de al in gang gezette trends op de arbeidsmarkt versneld en organisaties zullen in de nabije toekomst rap moeten schakelen om op deze veranderingen te kunnen anticiperen.
Meer weten over dit programma? Vraag vrijblijvend de brochure aan op https://academy.uva.nl/futureofwork
Mascha Walbeek is coördinator bij UvA Academy.