Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
uva.nl
Waarom werkt het internationaal recht niet om arbeidsmigratie te reguleren? Onderzoeker en jurist Pedro de Sena geeft antwoord in zijn proefschrift, ook al voelt de uitkomst een beetje als 'jezelf in de voet schieten als jurist'. Hij legt uit waarom staten politieke kaders verkiezen boven juridische kaders.

Hoe raakte je geïnteresseerd in arbeidsmigratie?

'Ik woonde 25 jaar in Azië en was zag hoe arbeidsmigratie werd gereguleerd, of hoe het in sommige gevallen niet werd gereguleerd. Dat verbaasde me. Arbeidsmigratie is erg belangrijk voor de economie, het werk en het persoonlijke leven van mensen. In de meeste gevallen wordt er beroep gedaan op het internationaal recht als het gaat om uitwisselingen tussen staten. Ik wilde weten waarom het dit recht niet effectief is bij het reguleren van arbeidsmigratie.’

Wat kwam er uit het onderzoek?

'Dat staten bereid zijn tot samenwerking op het gebied van arbeidsmigratie, maar alleen als de eisen niet te streng zijn. Daarom geven staten de voorkeur aan politieke kaders in plaats van juridische. Politieke kaders zijn misschien minder formeel en hebben minder rechtskracht, maar ze zijn wel effectiever. Staten zijn eerder bereid tot samenwerking wanneer zij niet verplicht zijn tot naleving. Toch heeft dit soort samenwerking uiteindelijk een aantal juridische effecten, omdat het helpt nieuwe gedragsnormen voor staten te verspreiden. Dat is gebeurd met het Global Compact on Migration: Staten stelden relevante politieke doelstellingen vast, maar behielden de vrijheid om te kiezen hoe zij deze doelstellingen wilden bereiken.’

Staten zijn eerder bereid tot samenwerking als ze niet verplicht zijn tot naleving van afspraken

Wat zou er veranderen als arbeidsmigratie beter werd geregeld?

Het zou de belangen van de landen van herkomst en bestemming bevorderen, maar vooral de rechten van arbeidsmigranten. Een succesvol voorbeeld zijn de inspanningen die worden geleverd voor de uitvoering van het idee dat werknemers niet de kosten mogen dragen voor het proces van in dienst treden. Het Colombo-proces, een regionaal raadplegingsproces dat de landen van herkomst in Azië samenbrengt, heeft bijgedragen tot de verspreiding van dit idee, waarbij verschillende landen nieuwe wetten hebben aangenomen.’

Hoe verandert dat de situatie voor arbeidsmigranten?

'Hun situatie kan behoorlijk veranderen. In Azië is er een duidelijke scheiding tussen geschoolde en ongeschoolde arbeiders. De geschoolde werknemers worden ingehuurd door headhunters, maar voor ongeschoolde werknemers werkt het heel anders. Zij moeten veel geld betalen om een baan in een ander land te krijgen. Dus als ze beginnen, hebben ze vaak al een enorme schuld. Het is moeilijk om in die positie te klagen, want je kunt gemakkelijk vervangen worden, en je wil van je schuld af. Zelfs als ze door de wet beschermd worden, zijn deze mensen niet in staat hun rechten te verdedigen. Dit is een duidelijk voorbeeld van hoe een nieuwe norm over wervingskosten de werknemers ten goede kan komen.’

Is het moeilijk om als jurist dat juridische kader los te laten?

'Het erkennen van de beperkingen van het internationale recht op het gebied van arbeidsmigratie is een mentaliteitsverandering. Als jurist voelt het een beetje als jezelf in de voet schieten. Maar we moeten erkennen dat de traditionele oplossingen op basis van internationaal recht niet werken als het gaat om arbeidsmigratie. Het bewijs is de Internationale Conventie van de VN over de bescherming van de rechten van alle migrerende werknemers en hun gezinsleden. Dat was een mijlpaal, maar de conventie blijkt grotendeels ondoeltreffend. We moeten daarom onze aandacht verleggen. Als staten uiteindelijk de positie van arbeidsmigranten versterken, is het misschien niet relevant of ze dat doen vanwege wettelijke verplichtingen of omdat ze het willen.’