Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
uva.nl
Wereldwijd hebben bijna alle landen Financial Intelligence Units (FIU’s) opgezet om verdachte financiële transacties te onderzoeken in de strijd tegen criminaliteit en terrorisme. FIU’s moeten hiervoor noodzakelijk met elkaar samenwerken want deze transacties gaan vaak over landsgrenzen heen. Politicoloog Pieter Lagerwaard onderzocht hoe FIU’s hierbij nationale verschillen overbruggen. Hij concludeert dat succesvolle samenwerking mogelijk is dankzij het informele karakter van internationale afspraken en het tegelijkertijd autonoom kunnen handelen als FIU. Maar dit roept ook vragen op over verantwoording en toezicht op hun operaties.

Financiële transacties laten veel meer digitale sporen achter dan het gebruik van cash. Betalingsgegevens bieden hierdoor een bron van informatie voor opsporingsinstanties om de financiering van criminaliteit en terrorisme te onderzoeken en bestrijden. FIU’s spelen hierin een sleutelrol. Zij onderzoeken meldingen van ongebruikelijke transacties, door bijvoorbeeld banken en casino’s. Zij bepalen of deze verdacht kunnen worden verklaard en doorgestuurd naar politie of justitie.

Financiële transacties rond drugstransacties of terroristische activiteiten gaan meestal over landsgrenzen heen. Wereldwijd moeten FIU’s daarom constant samenwerken en informatie over verdachte financiering met elkaar delen. Dit is een uitdaging omdat nationale regels en wetten vaak van elkaar verschillen, bijvoorbeeld qua omgang met privacy, databescherming of op het gebied van mensenrechten.

Hoe werken FIU’s wereldwijd samen?

Politicoloog Pieter Lagerwaard onderzocht hoe FIU’s  wereldwijd samenwerken en afstanden en verschillen met elkaar overbruggen. Hij sprak met medewerkers van FIU’s in Nederland en Europa over de dagelijkse praktijk, hun uitdagingen, dilemma's, onderhandelingen, conflicten en politieke belangen.

Lagerwaard zoomde daarbij in op geautomatiseerde en handmatige zoektechnieken om transacties verdacht te verklaren en op de uitwisseling van data tussen FIUs in Europa en wereldwijd. Ook had hij oog voor de informele netwerken tussen medewerkers van FIUs die het delen van informatie mogelijk maken.

Informatiedeling juridisch grijs gebied

Lagerwaard concludeert dat de transnationale samenwerking tussen FIU’s mogelijk wordt gemaakt door het juridisch grijze gebied waarin FIU’s vrij autonoom en onafhankelijk kunnen opereren. ‘De combinatie van het relatief informele karakter van internationale afspraken en de betrekkelijke autonomie van FIU-operaties, stelt FIU’s in staat om inlichtingen wereldwijd te delen‘, legt Lagerwaard uit. Dit roept vragen op, omdat de inlichtingen die gedeeld worden privacygevoelig zijn. ‘Kijk maar naar je bankapp, die geeft veel persoonlijke informatie weer: wat je koopt, waar je bent geweest en zelfs welke politiek of religieuze organisaties je steunt.’

Copyright: Pieter Lagerwaard
De FIU kan informatie delen met landen met een zorgelijke reputatie op het gebied van mensenrechten

Er zijn geen duidelijke privacy-standaarden en databescherming voor het delen van deze gevoelige informatie met zusterorganisaties. ‘De persoon van wie de gegevens zijn weet niet wanneer de bank transactiegegevens met de FIU deelt’, vertelt Lagerwaard. ‘Dit is vanuit opsporingsoogpunt te begrijpen, omdat deze gegevens kunnen bijdragen aan de bestrijding van criminaliteit. Maar het kan problematisch worden wanneer de FIU data verdacht verklaart en met opsporingsinstanties en zusterorganisaties wereldwijd deelt. Bijvoorbeeld met landen met een zorgelijke reputatie op het gebied van mensenrechten, zoals Egypte, Belarus, Saudi-Arabië, en Venezuela, die allemaal lid zijn van de Egmont Group: het globale platform waar FIUs inlichtingen uitwisselen.’

Vragen voor het publieke debat

Lagerwaard zou graag meer publiek debat zien over verantwoording, toezicht en proportionaliteit van FIU-operaties. ‘Hoe willen we dat de overheid met onze transactiegegevens omgaat? Veel aandacht gaat nu uit naar privacy schendingen door grote bedrijven als Google en Facebook, maar amper naar het grootschalig gebruik van transactiegegevens voor veiligheidsdoeleinden.’ Dit is volgens Lagerwaard wel noodzakelijk nu de digitalisering van het betalingsverkeer nieuwe data over de samenleving geeft. ‘Net als bij Google en Facebook, moeten we ons afvragen waar deze data voor ingezet mogen worden en wat de maatschappelijke gevolgen hiervan zijn.’ 

Ook vraagt Lagerwaard zich af of de huidige financiële surveillance in verhouding staat tot de opbrengsten. ‘Meldplichtigen zoals banken zetten tienduizenden mensen in en geven miljarden uit, terwijl de opbrengsten voor de opsporing onduidelijk, of op zijn best gering zijn.’ Maar de gevolgen en neveneffecten zijn volgens hem substantieel. ‘Mensen en organisaties kunnen worden uitgesloten van het bancaire systeem, terwijl het onduidelijk is wie er verantwoordelijk voor is. Welke instantie is er verantwoordelijk als er een fout wordt gemaakt? Wie houdt er toezicht op onze data wanneer deze beschikbaar wordt gesteld aan zusterorganisaties wereldwijd? Kortom, hoe willen we dat er met onze transactiegegevens wordt omgegaan door de overheid? Dit zijn vragen die ik graag prominenter in het publieke debat en op de politieke agenda zou willen zien.’

Proefschrift details

Pieter Lagerwaard, 2023, 'Following Illicit Finance across Distance and Difference: The Coordination and Practices of Financial Intelligence Units'. Promotor is prof. dr. M. de Goede. Copromotor is dr. R. Bellanova.

Tijd en locatie

Vrijdag 31 maart, 14.00-15.30, Aula, Amsterdam. De promotie is ook online te volgen

P. (Pieter) Lagerwaard

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

PPLE