Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
uva.nl
‘In de kinderopvang moeten we goede banen creëren waarin medewerkers een toekomst voor zichzelf zien’, concludeert politicoloog Franca van Hooren op basis van onderzoek naar de Nederlandse kinderopvang. ‘Dit kan alleen als we afscheid nemen van de extreme marktwerking die er nu is.’ Ook betere beloning, minder werkdruk en meer sociale bescherming voor gastouders maken deel uit van de adviezen in het onderzoeksrapport. De publicatie hiervan valt samen met de eerste staking in de kinderopvang sinds 20 jaar om een einde te maken aan de hoge werkdruk.
leidster met kinderen in de kinderopvang

Op 15 januari 2021 viel het kabinet Rutte IV door het ‘ongekende onrecht’ dat ouders is aangedaan door onterechte beschuldigingen van fraude met kinderopvangtoeslag. Deze affaire vormt ook aanleiding voor een mogelijke herziening van het Nederlandse kinderopvangbeleid. Dit beleid wordt sinds 2005 gekenmerkt door een door de overheid gesubsidieerde en volledig geprivatiseerde markt. De politieke aandacht die er inmiddels wel is voor de kwaliteit van kinderopvang, is er nog niet voor de positie van werkenden in de kinderopvang. Dit moet anders stelt politicoloog Franca van Hooren die de sector onder de loep nam.

Hoe staat het met de positie van kinderopvangmedewerkers?

‘Kwalitatief goede kinderopvang kan alleen geboden worden door goed opgeleide pedagogisch medewerkers die ruimte en tijd krijgen om competenties te ontwikkelen en op werk te reflecteren’, stelt Van Hooren. Ze onderzocht hoe het staat met de positie van kinderopvangmedewerkers en zelfstandigen in de Nederlandse kinderopvang. ‘Een sector die bijna even groot is als het basisonderwijs.’ Ook vanuit het oogpunt van emancipatie noemt Van Hooren dit inzicht belangrijk. ‘95% van de kinderopvangwerknemers is vrouw. Hoe economisch zelfstandig zijn zij?’ Van Hooren ontrafelde het kinderopvangbeleid, de ontwikkeling van de markt, de arbeidsomstandigheden en de belangenbehartiging.

Structureel te weinig aandacht voor de positie van kinderopvangmedewerkers

Van Hooren concludeert dat het Nederlandse beleid structureel te weinig aandacht besteedt aan de positie van kinderopvangmedewerkers. ‘Ze worden weinig genoemd en nauwelijks gehoord, terwijl het beleid belangrijke gevolgen heeft voor deze grote groep, die voornamelijk bestaat uit vrouwen.’ Specifiek laat het onderzoek zien dat:

  • De door de overheid gecreëerde markt voor de kinderopvang erg kwetsbaar is voor economische schommelingen
  • De beloning van werknemers in de kinderopvang relatief laag is
  • De opvangmedewerkers een grote en toenemende werkdruk ervaren en graag meer maatschappelijke erkenning zouden krijgen voor hun belangrijke werk
  • Gastouders onder bijzonder benarde omstandigheden werken en ook zij behoefte hebben aan maatschappelijke erkenning
  • De vakbond FNV zich op politiek gebied veel heeft ingezet voor ouders, maar tegelijkertijd de voornaamste politieke vertegenwoordiger is van medewerkers in de kinderopvang.

Creëer goede banen met een toekomst

‘Mijn eerste belangrijke aanbeveling voor de kinderopvang is dat je goede en zekere banen creëert, waarin mensen kunnen werken die ambitieus zijn, zich gewaardeerd voelen, en daar ook een toekomst voor zichzelf zien’, concludeert Van Hooren. ‘Om dat te doen moet je van de extreme marktwerking en marktgevoeligheid af die nu overheerst.’ Ook noemt Van Hooren een verbetering van de sociale bescherming van gastouders essentieel. Vakbonden en beroepsverenigingen kunnen in dit alles een belangrijke rol spelen. De huidige door de FNV georganiseerde stakingen in de kinderopvang noemt Van Hooren dan ook een belangrijk signaal richting werkgevers en de politiek.

Achtergrond onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd door Franca van Hooren in opdracht van De Alliantie Samen werkt het!. Dit is een samenwerking van Bureau Clara Wichmann, Movisie, Nederlandse Vrouwen Raad, WO=MEN, WOMEN Inc. en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en loopt van 2018 tot en met 2022. Het rapport ‘Werken in de kinderopvang: geen kinderspel’ is overhandigd aan SER-voorzitter en huidig informateur Mariëtte Hamer.

Dr. F.J. (Franca) van Hooren

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Programmagroep: Political Economy and Transnational Governance