Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
uva.nl
In 2010 werd Sint-Maarten een afzonderlijk land binnen het Nederlandse koninkrijk. Voor elites op Sint-Maarten reden vorm te geven aan een eigen, breed gedeelde nationale identiteit. UvA onderzoekers Jordi Halfman en Francio Guadeloupe zien echter dat de veelheid aan onderwijssystemen, een superdiverse bevolking en een internationaal georiënteerde economie dit project compliceren.

In het project ‘Imagining the Nation in the Classroom’ onderzochten Halfman en Guadeloupe samen met onderwijswetenschappers en antropologen van de Universiteit Utrecht, hoe op Sint-Maarten en Sint-Eustatius, regio’s met hoge aantallen migranten en zeer diverse bevolkingssamenstellingen, vorm wordt gegeven aan een eigen nationale identiteit en ‘wij-verhaal’. Ze keken hierbij onder andere naar de rol van het onderwijs.

‘Het wij-verhaal gaat over wie wij zijn als volk’, legt Guadeloupe uit, ‘hoe die eenheid is ontstaan. Maar hoe vertel je dit op een eiland waar tachtig procent van elders komt? Wat is dan je gedeelde geschiedenis?’

Waarom een onderzoek naar nationale identiteit?

‘Wij waren benieuwd hoe nationale identiteiten vorm krijgen nadat Sint-Maarten en Sint-Eustatius respectievelijk een afzonderlijk land en bijzondere gemeente werden in 2010. Beide zijn eilanden met hoge aantallen migranten, die blijven komen en gaan, en kennen bewoners met veel verschillende migratieverhalen en religieuze achtergronden. De economie, die bijna geheel geënt is op toerisme, is bovendien zeer internationaal georiënteerd. Hoe geef je in deze context invulling aan de essentiële vraag wie zijn wij?’, lichten Guadeloupe en Halfman toe.

Francio Guadeloupe
Copyright: onbekend
Voornamelijk geschoold in Amerika zijn ze vaak geïnspireerd door het zwart nationalisme Francio Guadeloupe

‘Een kleine elite is er sterk van overtuigd dat een nieuwe nationale identiteit te realiseren is. Voornamelijk geschoold in Amerika zijn ze vaak geïnspireerd door het zwart nationalisme. Deels is het een romantisch idee van een gezamenlijk ‘wij’ dat vaak draait om het spreken van dezelfde taal, het delen van een zogenaamde cultuur en jezelf benoemen als bijvoorbeeld Sint-Maartenaar. Maar deze wens van de elite stuit op nogal wat obstakels’, vervolgt Guadeloupe.

Waarom onderzoek op scholen?

Het project omvatte onderzoek op Curaçao, Sint-Maarten en Sint-Eustatius. Het richtte zich op verschillende aspecten die invloed hebben op nationale identiteit, vooral het onderwijs. 'Het is een breed gedeeld idee dat leerlingen op school leren dat ze, en hoe ze burgers zijn. Op jonge leeftijd leren kinderen de wereld te verdelen in degenen die meer of minder of er helemaal niet bij horen. Het idee is vaak dat leraren een sturende rol hebben in hoe kinderen over verbondenheid en nationaliteit nadenken’, legt Halfman uit.

Voor het onderzoek liep Halfman mee in groep vijf en acht op een basisschool op Sint-Maarten, gaf daar bijles en organiseerde creatieve projecten. Zo wilde ze begrijpen hoe leerlingen zelf de wereld zien en hoe zij zichzelf en hun klasgenoten daarin plaatsen.

Verschillende identiteiten gaan samen

Halfman ontdekte dat de jongeren op school veel verschillende achtergronden hebben en er ook steeds weer jongeren met nieuwe achtergronden binnenstromen. Hierdoor geven de kinderen constant opnieuw vorm aan hoe ze met elkaar omgaan en meten ze voortdurend opnieuw hun identiteit aan, ze spelen hiermee. ‘Dit staat natuurlijk haaks op de wensen van bepaalde elites om één blijvende wij te creëren’, stelt Halfman.

Jordi Halfman
Copyright: Jordi Halfman
Net als in Nederland wordt diversiteit niet altijd als rijkdom gezien Jordi Halfman

Tegelijkertijd zag Halfman dat de creativiteit om met veel verschillen om te gaan juist als talent zou moeten worden gezien. Juist door die diversiteit en veelheid aan geschiedenis, spreken leerlingen bijvoorbeeld meerdere talen. ‘Maar net als in Nederland, wordt dit door het systeem jammer genoeg niet altijd als rijkdom gezien’, stelt Halfman. Samen met de Universiteit van Sint-Maarten en de Iselinge Hogeschool heeft Halfman een lespakket ontwikkeld voor basisscholen en pabo’s in het gehele koninkrijk om juist die rijkdom van de gedeelde geschiedenis ruimte te geven op school.

Een zeer divers onderwijssysteem

Naast de verschillende achtergronden van de leerlingen, is ook het schoolsysteem op Sint-Maarten zeer divers. Er zijn vier verschillende onderwijssystemen op het eiland waartussen kan worden gekozen: 1) het Nederlandse systeem met het Nederlandse staatsexamen, 2) een Brits Caribisch systeem, 3) een internationaal Zwitsers systeem, 4) een Canadees systeem en 5) een Amerikaans systeem. En in elk systeem worden andere boeken, talen en docenten van elders ingezet waardoor nationale identiteit en gevoelens van thuishoren op een uiteenlopende manieren worden gedoceerd.

Een nationale identiteit kom niet goed van de grond

‘Het lukt niet één systeem te introduceren waarin een gezamenlijke opvatting van de nationale identiteit vorm krijgt. Dit komt ook doordat er een sterk economisch belang is open te blijven voor nieuwe groepen. Een nationaal verhaal wordt lastig door deze internationale bevolking en internationale economie’, concludeert Guadeloupe. ‘Tegelijkertijd is het relatief kort na de autonomie binnen het Koninkrijk en zijn nieuwe structuren nog allemaal in wording. Kijk maar naar de Brexit en hoe lang daar het bakkeleien duurt’, vervolgt Guadeloupe. 'Sint-Maartenaren hebben wel een wij-gevoel, maar het is niet een nationaal gevoel zoals wij die kennen. Het is veel meer een manier van handelen, waarbij het inzicht dat Sint-Maarten steeds verandert leidend is.'   

Tentoonstelling in het Wereldmuseum en boek

In een het project hebben ook vier kunstenaars de opdracht gekregen invulling te geven aan de diverse betekenissen van ‘national belonging’ in een postkoloniale realiteit. Hun werken waren te bezichtigen in de tentoonstelling ‘Identities. Contemporary Caribbean Perspectives’ in het Wereldmuseum in Rotterdam. Naast de vele artikelen die al zijn gepubliceerd, komt er later dit jaar het boek ‘Non soevereiniteit in de Cariben’ uit.