
Wantrouwen in de wetenschap zien we een duidelijke rol spelen bij discussies over klimaat, vaccinaties, genetische modificatie van voedsel en evolutietheorie.
"We kunnen nu redelijk goed voorspellen wie op welk thema sceptisch zal zijn, maar nog niet hoe we het kunnen veranderen."

Sociaalpsycholoog Bastiaan Rutjens, maar ook andere wetenschappers, hebben wantrouwen in deze domeinen al onderzocht. Daardoor weten we welke groepen wantrouwig zijn en op welke thema’s. Maar al kunnen we het redelijk voorspellen, we weten nog niet hoe we het kunnen veranderen. Bovendien spelen verschillende overtuigingen wisselend een rol in wetenschappelijk wantrouwen.
Verschillen in wantrouwen
Achter wantrouwen in wetenschap spelen verschillende politieke en levensbeschouwelijke overtuigingen een rol. Klimaatsceptici zijn bijvoorbeeld vooral politiek gemotiveerd en over het algemeen politiek conservatief. Bij wantrouwen rond genetisch gemodificeerd voedsel, lijkt het meer te gaan om een gebrek aan kennis, en rond vaccinaties zie je weer dat vooral religieuze en spirituele overtuigingen een rol spelen in het wantrouwen naar wetenschap.
Ook zijn de groepen die wantrouwig zijn niet hetzelfde bij de verschillende onderwerpen. Iemand kan bijvoorbeeld sceptisch zijn over wetenschappelijk onderzoek naar vaccinaties, maar wel overtuigd zijn van klimaatopwarming als gevolg van menselijk gedrag.
Levensbeschouwelijke overtuigingen zijn moeilijk te beïnvloeden
Deze verschillen maken het lastig om wantrouwen weg te nemen en bovendien zijn levensbeschouwelijke overtuigingen überhaupt heel lastig te beïnvloeden. Omdat het effect van wantrouwen wel zorgelijk kan zijn, bijvoorbeeld door ontkenning van klimaatopwarming of een dalende vaccinatiegraad, is het belangrijk de principes achter wantrouwen beter te begrijpen.

Eén verklarend psychologisch principe
Bastiaan Rutjens kreeg een ERC starting grant om op zoek te gaan naar een algemeen psychologisch principe dat verschillende vormen van wantrouwen in wetenschap verklaart. Specifiek gaat hij de rol van psychologische afstand onderzoeken, oftewel de mate waarin mensen wetenschap wel of niet als een ver van mijn bed show ervaren.
Als mensen inderdaad psychologische afstand ten opzichte van wetenschap ervaren, kun je vervolgens gaan kijken hoe je deze kunt verkleinen om zo wetenschap dichterbij te brengen. Zou wantrouwen hierdoor afnemen?
Hoe gaat Rutjens dit onderzoeken?
Met behulp van grootschalig surveyonderzoek gaat Rutjens in een twintigtal landen wereldwijd in kaart brengen hoe wetenschap een rol speelt in het leven van burgers. Hij concentreert zich hierbij op onderwerpen als klimaat, vaccinaties, genetische modificatie, evolutie, kunstmatige intelligentie, en nanotechnologie.
In de survey neemt hij variabelen mee rond levensbeschouwingen, ideologische overtuigingen, persoonlijke achtergrond, persoonlijke omgeving etc. Zo gaat hij op zoek naar de relatie tussen psychologische afstand (hoe dichtbij voelt wetenschap voor jou?) en het vertrouwen in de wetenschap (heb je veel of weinig vertrouwen in de wetenschap?).
In een volgende stap in het onderzoek zal Rutjens een aantal experimenten opzetten om te onderzoeken hoe je psychologische afstand kunt verkleinen en wat het effect van dit verkleinen is.
Op de hoogte blijven
Via onze facultaire website Maatschappij & Gedrag en ons twitterkanaal houden we je op de hoogte van de resultaten van dit onderzoek naar vertrouwen in de wetenschap.